Zaak over beëindiging en huurprijsherziening van commerciële winkelruimte

Datum & Plaats

Rechtbank Amsterdam, uitspraak van 10 juli 2023
(ECLI:NL:RBAMS:2023:4567)


Achtergrond

Een ondernemer huurde een winkelpand in Amsterdam voor zijn kledingzaak. De huurovereenkomst liep van 2018 tot en met 2024, met de mogelijkheid van huurprijsherziening om de drie jaar. In 2023 wilde de verhuurder de huurprijs aanzienlijk verhogen, gebaseerd op de markthuur en een hogere WOZ-waarde. De huurder was het hier niet mee eens en vond dat de huurprijs onredelijk was, zeker gezien de economische omstandigheden (stijgende kosten, lagere omzet door online concurrentie).

Daarnaast wilde de huurder de huurovereenkomst per direct beëindigen wegens bedrijfseconomische redenen, maar de verhuurder wilde dat de huurder zich aan de contractuele looptijd hield.


Uitspraak

De rechtbank oordeelde:

  • Huurprijsherziening: De voorgestelde huurverhoging was deels gerechtvaardigd, maar de verhuurder kon dit niet volledig aantonen. De WOZ-waarde was te hoog ingeschat en de markthuur bleek niet volledig vergelijkbaar. Daarom werd de huurprijsherziening gematigd en vastgesteld op een lager bedrag dan de verhuurder vroeg.
  • Beëindiging huurovereenkomst: De huurder kon niet eenzijdig de huur per direct beëindigen; de huurovereenkomst was bindend tot 2024. Er was geen sprake van een dringende reden om voortijdig te stoppen. Wel erkende de rechter dat bedrijfseconomische problemen zwaarwegend kunnen zijn, maar dat dit geen onvoorziene omstandigheden waren die de overeenkomst zouden kunnen beëindigen.

Belang van deze zaak

  • Illustreert het belang van goede onderbouwing van huurprijsherzieningen in commerciële contracten.
  • Laat zien dat economische omstandigheden een rol spelen, maar dat contractuele afspraken voorrang hebben.
  • Benadrukt dat beëindiging van commerciële huurcontracten vaak strikt wordt beoordeeld; partijen moeten goed opletten bij het aangaan van de huurovereenkomst.