Achtergrond
In deze zaak werd een werknemer tijdens ziekte meerdere keren gesignaleerd op feestjes en sociale evenementen. De werkgever vermoedde dat de werknemer zich niet aan de regels hield en besloot daarom over te gaan tot ontslag op staande voet. Volgens de werkgever was er sprake van bedrog of het schenden van de verplichtingen tijdens ziekte.
Uitspraak
De Rechtbank Gelderland oordeelde op 12 juli 2019 dat de werkgever onvoldoende bewijs had om het ontslag te rechtvaardigen. De observaties waren niet doorslaggevend en konden ook een andere verklaring hebben (bijvoorbeeld herstel of contact met familie). Het ontslag werd vernietigd, en de werkgever moest het loon doorbetalen en de schade vergoeden.
Belang van de zaak
Het laat zien dat werkgevers zeer zorgvuldig moeten zijn als zij vermoeden dat een werknemer misbruik maakt van ziekte. Bewijslast ligt zwaar bij de werkgever en ontslag op staande voet vereist onweerlegbaar bewijs. Deze zaak beschermt werknemers tegen onterecht ontslag op basis van vermoedens.

