LinkedIn-uitlatingen over Israël-Hamas: ontslag of meningsuiting? (2024)

Achtergrond

Een werkneemster bij een bedrijf plaatste op LinkedIn berichten over het conflict tussen Israël en Hamas. Ze verwijderde een eerste post na reactie van het bedrijf, maar plaatste daarna alsnog opnieuw een bericht — opnieuw over dit conflict. De werkgever drong aan op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, waarna een ontbindingsverzoek volgde.

Uitspraak

De rechter overwoog dat de vrijheid van meningsuiting van de werknemer een belangrijke waarde is. Tegelijk kan een werkgever beperkingen opleggen, mits daar duidelijke gronden voor zijn — beoordeeld via de ‘Herbai-criteria’ (aard van de uiting, motief, schade, zwaarte sanctie). Hoewel de uitlating vooral onhandig was, leidde deze niet tot concrete schade. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden wegens een verstoorde arbeidsrelatie, maar de rechter kende wel een billijke vergoeding van €9.500 bruto toe — een tik op de vingers voor de werkgever.

Belang van de zaak

  • Bevestigt dat vrijheid van meningsuiting werknemers beschermt, zelfs bij gevoelige politieke uitingen.
  • Werkgevers kunnen optreden, maar méér dan alleen een interne reactie is vereist.
  • Herinnert aan het belang van proportionele sancties en het respecteren van context en intentie.