Datum & Plaats
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, arrest van 16 juli 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:5888).
Achtergrond
Een huurder exploiteerde een bedrijfsruimte met daarin machines die zeer gevoelig waren voor vocht. De ruimte leed aan een te hoge luchtvochtigheid, waardoor de machines beschadigden. De huurder meldde het probleem herhaaldelijk bij de verhuurder, die éénmalig bouwdrogers plaatste. Die werden echter verwijderd zonder dat het vochtprobleem was opgelost.
Hoewel met relatief eenvoudige middelen verbetering mogelijk was, bleef de luchtvochtigheid te hoog — met substantieel materieel verlies als gevolg.
Uitspraak
Het Gerechtshof oordeelde dat dit een gebrek was in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW. De verhuurder had ernstig tekortgeschoten in zijn verplichting om het gebrek te verhelpen. Doordat hij de bouwdrogers weghaalde zonder herstel, benoemde de rechter dit als ernstige nalatigheid, waarmee aansprakelijkheidsbeperkende bedingen (exoneratie) niet konden worden toegepast. De verhuurder werd daarom veroordeeld tot het vergoeden van de schade.
Belang van de zaak
- Verduidelijkt dat verhuurders niet kunnen wegkomen met structurele gebreken, zeker als deze eenvoudig waren te verhelpen.
- Schending van onderhoudsplicht leidt tot persoonlijke aansprakelijkheid, ook als contractueel exoneratie is afgesproken.
- Geeft huurders een precedent om bijیب dichtlopende problemen — zoals materiaalverlies — op te treden op basis van wanbeheer.

