Rechtbank Amsterdam, uitspraak van 12 juni 2020
ECLI: NL:RBAMS:2020:4367
Achtergrond
Een freelance medewerker had een overeenkomst met een bedrijf, waarin een concurrentiebeding was opgenomen dat hem verbood om gedurende zes maanden na afloop van het contract vergelijkbare werkzaamheden te verrichten bij een directe concurrent.
Na beëindiging van de samenwerking ging de freelancer toch direct aan de slag bij een concurrent die actief was in dezelfde branche. Het bedrijf spande daarop een rechtszaak aan wegens schending van het concurrentiebeding en eiste een verbod en schadevergoeding.
Uitspraak
De rechter oordeelde:
- Het concurrentiebeding was rechtsgeldig en duidelijk geformuleerd in het contract.
- De freelancer had bewust het beding overtreden door direct bij de concurrent te gaan werken.
- Hierdoor was sprake van onrechtmatige concurrentie, waardoor het bedrijf recht had op een verbod voor verdere werkzaamheden bij de concurrent.
- Daarnaast werd de freelancer veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding wegens het verlies van klanten en bedrijfsgeheimen die door de overstap waren geschaad.
Belang van deze zaak
- Concurrentiebedingen zijn bindend, ook voor freelancers, mits ze redelijk zijn en niet onnodig beperkend.
- Directe overstap naar een concurrent kan ernstige juridische gevolgen hebben, waaronder een verbod en schadevergoeding.
- Deze uitspraak benadrukt het belang van goede contractuele afspraken en de noodzaak voor freelancers om goed op de hoogte te zijn van hun contractuele verplichtingen.
- Voor bedrijven is dit een belangrijke bevestiging dat zij hun belangen kunnen beschermen tegen freelancers die hun contractuele afspraken schenden.

