(Rechtbank Gelderland, 2021)
Achtergrond
Een vrouw leende tijdens haar relatie een flink bedrag (ruim €15.000) aan haar partner, zodat hij een nieuwe auto kon kopen en wat schulden kon aflossen. De betaling verliep via haar bankrekening, en de communicatie daarover via WhatsApp.
Na de relatiebreuk vroeg de vrouw het geld terug. De ex-partner weigerde: volgens hem was het geen lening maar een cadeau uit liefde, en dus had hij niets terug te betalen.
De vrouw stapte naar de civiele rechter en voerde aan dat het duidelijk om een persoonlijke lening ging. De WhatsApp-berichten vormden volgens haar het bewijs.
Juridische kern
- De vrouw beriep zich op de WhatsApp-berichten waarin de man zei:
“Ik zal het je terugbetalen zodra ik weer wat lucht heb.” - De man stelde dat dit alleen gezegd was “om de lieve vrede te bewaren” tijdens de relatie, maar dat het nooit zijn intentie was het geld terug te betalen.
- De rechter moest bepalen:
Is er sprake van een rechtsgeldige lening met terugbetalingsverplichting, of van een schenking (cadeau)?
Uitspraak
De rechter oordeelde:
- Uit de WhatsApp-berichten en banktransacties bleek dat het geld duidelijk was overgemaakt met het oog op terugbetaling.
- De woorden van de man (“Ik betaal je terug”) waren niet slechts vriendelijk bedoeld, maar juridisch bindend.
- Er werd géén sprake geacht van een schenking, omdat er geen enkel bewijs was dat de vrouw afstand had gedaan van haar recht op terugbetaling.
- De man werd veroordeeld om het volledige bedrag aan de vrouw terug te betalen, met rente en proceskosten.
Waarom is dit een interessante zaak?
- De uitspraak laat zien dat relaties en geld juridisch ingewikkeld worden zodra de liefde over is.
- WhatsApp-berichten spelen hierin een cruciale rol: informele uitspraken kunnen bij de rechter worden gezien als bindende toezeggingen.
- Het toont hoe belangrijk het is om financiële afspraken ook binnen relaties vast te leggen — en dat zelfs digitale communicatie zwaar kan wegen in civiele procedures.

