De zaak van de verdwenen fiets op een studentenfeest

(rechtbank Rotterdam, 2016)

De zaak in het kort

Een student bracht zijn dure elektrische fiets mee naar een groot studentenfeest dat werd gehouden in een sporthal. Na het feest bleek zijn fiets verdwenen te zijn. Hij had de fiets neergezet bij een fietsenstalling vlak bij de ingang, die officieel beheerd werd door de organisatie van het feest.

De student eiste van de organisator schadevergoeding, omdat hij vond dat zij onvoldoende maatregelen hadden genomen om de fietsen veilig te bewaren.

Juridische twist

De organisator verweerde zich met de stelling dat zij niet aansprakelijk was omdat er geen expliciete bewaarnemingsovereenkomst was gesloten en dat zij slechts een ‘plaats’ had aangeboden zonder extra garantie voor veiligheid.

De rechter moest beoordelen of de organisator aansprakelijk kon worden gehouden voor het verlies van de fiets, ondanks dat er geen formele overeenkomst bestond.

Uitspraak

  • De rechtbank oordeelde verrassend dat de organisator toch een zorgplicht had.
  • Door het aanbieden van een bewaarpunt ontstond er impliciet een vorm van bewaarneming.
  • De organisator had onvoldoende veiligheidsmaatregelen genomen (geen toezicht, geen afgesloten stalling).
  • De organisator werd aansprakelijk gesteld en moest de schade vergoeden.

Waarom verrassend?

  • Het was geen formeel contract, maar toch werd een aansprakelijkheid toegekend vanwege de praktische omstandigheden.
  • Dit zet een precedent dat organisatoren van evenementen kunnen worden aangesproken voor vermissingen, ook zonder expliciete afspraken.
  • Het benadrukt de juridische gevolgen van zorgplicht, ook in informele situaties.