(Rechtbank Amsterdam, 2018)
Achtergrond
Een huurder woonde in een appartementencomplex in Amsterdam, en betaalde naast zijn kale huur maandelijks €150 aan voorschot voor servicekosten. Deze servicekosten waren bedoeld voor:
- schoonmaak van de algemene ruimtes
- verlichting van het trappenhuis
- tuinonderhoud
- glazenwasser
- en administratiekosten
Na afloop van het jaar ontving de huurder een jaarafrekening van de verhuurder, waarin een nabetaling van €680 werd gevraagd. De totale werkelijke servicekosten waren volgens de verhuurder veel hoger uitgevallen dan verwacht.
De huurder vertrouwde de afrekening niet, vroeg om specificatie en bewijsstukken, maar kreeg alleen een globale opsomming. Hij weigerde te betalen.
Juridische kern
De rechter moest beoordelen:
- Zijn de gevraagde servicekosten redelijk en goed onderbouwd?
- Heeft de verhuurder voldaan aan de informatieplicht tegenover de huurder?
- Mogen er extra kosten in rekening worden gebracht zonder duidelijke specificatie of overleg?
Volgens het Besluit servicekosten (BW art. 7:259) moet een verhuurder jaarlijks een overzicht geven van de werkelijke kosten, en moet dit transparant en controleerbaar zijn.
Uitspraak
De rechter stelde:
- De verhuurder had onvoldoende inzicht gegeven in de opbouw van de kosten. Een globale lijst zonder bonnetjes, facturen of onderbouwing was niet acceptabel.
- De huurder had bovendien meerdere keren om verduidelijking gevraagd, die niet (voldoende) werd gegeven.
- Een verhuurder mag alleen werkelijke, redelijke kosten doorberekenen — en moet dat ook kunnen aantonen.
Uitkomst:
De rechter oordeelde dat de huurder het nabetalingsbedrag van €680 niet hoefde te betalen, en dat de voorschotten in de toekomst zelfs mochten worden verlaagd tot het niveau dat wél onderbouwd kon worden.
Waarom is deze zaak interessant?
- Veel huurders betalen servicekosten zonder precies te weten waarvoor — en deze zaak laat zien dat verhuurders verplicht transparant moeten zijn.
- Ook benadrukt het dat huurders recht hebben op een gespecificeerde jaarafrekening.
- De uitspraak bevestigt dat het niet voldoende is voor verhuurders om kosten ‘af te schuiven’ zonder bewijs.

