De zaak van de ‘ongewenste’ Airbnb-verhuur

(rechtbank Amsterdam, 2017)

Achtergrond

Een eigenaar van een appartement in Amsterdam verhuurde zijn woning via Airbnb voor korte periodes. Zijn buren klaagden over geluidsoverlast, drukte en veiligheidsproblemen die zij toeschreven aan de toeristen die het appartement bezochten.

De Vereniging van Eigenaren (VvE) stapte naar de rechter om een verbod op korte termijn verhuur via Airbnb af te dwingen, omdat dit volgens hen de rust en veiligheid in het gebouw ernstig verstoorde.

Juridische discussie

  • De eigenaar stelde dat hij het recht had zijn eigendom vrij te gebruiken, inclusief het tijdelijk verhuren.
  • De VvE beriep zich op het burenrecht en de gemeenschappelijke bepalingen die het gebruik van het gebouw regelen.
  • De rechter moest bepalen of korte termijn verhuur via Airbnb onrechtmatig was jegens de medebewoners.

Uitspraak

De rechtbank oordeelde dat:

  • Korte termijn verhuur via Airbnb in deze situatie inderdaad een onrechtmatige hinder opleverde voor de overige bewoners.
  • De eigenaar was gehouden de gemeenschappelijke belangen van de VvE te respecteren.
  • Er werd een verbod opgelegd op Airbnb-verhuur in dat appartement, zolang de overlast voortduurde.
  • Dit oordeel was mede gebaseerd op het recht om een woning rustig en zonder overlast te gebruiken.

Impact

Deze zaak was een van de eerste belangrijke rechtszaken over Airbnb-verhuur in Nederland en zette een precedent voor andere VvE’s en gemeenten die problemen met toeristenverhuur willen aanpakken.