De zaak van de huurder met het ‘illegale terras’

(Rechtbank Amsterdam, 2021)

Achtergrond

Een huurder in Amsterdam woonde op de begane grond van een appartementencomplex en plaatste een tuinset met stoelen, tafeltjes en plantenbakken op de stoep voor zijn woning. Dit was een stuk gemeentegrond, grenzend aan zijn huurwoning.

De verhuurder (een woningcorporatie) vond dit niet kunnen: het zou een overtreding van de huurovereenkomst zijn. Volgens hen gebruikte de huurder de openbare ruimte als “privéterras”, wat de indruk wekte dat de grond bij zijn woning hoorde, en wat bovendien overlast zou veroorzaken voor passanten.

De huurder vond dat hij de spullen vrijwel dagelijks opruimde, dat het slechts om een paar tijdelijke stoelen ging, en dat hij gewoon van het weer wilde genieten — net als vele andere buurtbewoners.


Juridische kern

De centrale vraag:
Maakte de huurder in strijd met de huurovereenkomst gebruik van de openbare ruimte en rechtvaardigde dat ontbinding van het huurcontract?

De verhuurder beriep zich op:

  • Overtreding van de gebruiksregels uit de huurovereenkomst.
  • Verstoring van de openbare orde of overlast voor buren.
  • Aantasting van de representativiteit van het wooncomplex.

De huurder verweerde zich met:

  • Het recht op normaal gebruik van de stoep als inwoner van de buurt.
  • Het feit dat er geen schade, hinder of permanente inrichting was.
  • Het ontbreken van duidelijke gedragsregels vooraf.

Uitspraak

De rechter oordeelde:

  • De stoep was geen gehuurd terrein, maar openbaar gebied.
  • De huurder had het terras niet permanent ingericht, en het gebruik leidde niet tot structurele overlast.
  • Wel moest de huurder zichtbaarder afstand nemen van de indruk dat het zijn privéterras was (bijv. door objecten tijdig op te ruimen).

De rechter wees de vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst af. De huurder mocht blijven wonen, mits hij zijn gebruik van de openbare ruimte iets zou beperken.


Waarom is dit interessant?

  • Het is een klassiek voorbeeld van hoe huurgeschillen vaak over ogenschijnlijk kleine zaken gaan, maar toch juridisch zwaar kunnen wegen.
  • Het laat zien dat huurders ook rechten hebben op gebruik van de openbare ruimte, zolang ze die niet claimen als privé.
  • Het benadrukt hoe belangrijk het is voor verhuurders om duidelijke gedragsregels te formuleren over gebruik van ruimte rondom een woning.