(rechtbank Rotterdam, 2020)
Achtergrond
Een man kocht een e-bike bij een fietsenwinkel. Na ongeveer een jaar ontplofte de accu van de fiets in zijn garage, waardoor er een flinke brand ontstond. De garage, de fiets en de woning raakten zwaar beschadigd.
De eigenaar stelde de fietsenwinkel en de accufabrikant aansprakelijk voor de schade, omdat zij volgens hem onvoldoende hadden gewaarschuwd voor de risico’s van de accu of een defect hadden geleverd.
Juridische discussie
- De winkel en fabrikant stelden dat zij voldeden aan alle veiligheidsnormen en dat de oorzaak mogelijk lag bij verkeerd gebruik door de eigenaar.
- De eigenaar voerde aan dat het product gebrekkig was en dat er sprake was van een productaansprakelijkheid.
- De rechter moest bepalen of de fabrikant of verkoper aansprakelijk was op grond van de Wet productaansprakelijkheid en/of wanprestatie.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat:
- Er onvoldoende bewijs was dat de eigenaar de accu onjuist had gebruikt.
- Het defect lag waarschijnlijk aan een fabrieksfout of een ontwerpgebrek.
- De fabrikant was aansprakelijk op grond van de productaansprakelijkheid (art. 6:185 BW).
- De fietsenwinkel was mede aansprakelijk als verkoper.
- De eigenaar kreeg volledige vergoeding van de schade aan garage en woning.
Impact
- Deze zaak toont het belang van productaansprakelijkheid bij moderne elektronische producten.
- Het benadrukt dat fabrikanten en verkopers verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun producten, ook als het om relatief nieuwe technologieën gaat.
- Het heeft producenten gestimuleerd hun veiligheidswaarschuwingen en kwaliteitscontroles te verbeteren.