(rechtbank Amsterdam, 2021)
Achtergrond
Een bewoner van een Amsterdamse wijk gebruikte een drone om luchtfoto’s en video’s te maken voor zijn hobby en voor een blog over tuinontwerp. Zonder toestemming filmde hij ook de achtertuin van zijn buurman.
De buurman ontdekte dat beelden van zijn tuin online werden gepubliceerd, zonder dat hij hiervan op de hoogte was gesteld. Hij voelde zich in zijn privacy geschonden en stapte naar de rechter om vergoeding te eisen en het gebruik van de beelden te stoppen.
Juridische discussie
- De dronevlieger voerde aan dat de tuin vanaf het luchtruim zichtbaar was en dat er geen expliciete privacy werd geschonden.
- De buurman stelde dat het filmen zonder toestemming een inbreuk was op zijn recht op privacy en zijn eigendom.
- Het ging om de afweging tussen vrijheid van meningsuiting en eigendoms- en privacyrechten.
Uitspraak
De rechtbank oordeelde dat:
- Het zonder toestemming filmen van een privéruimte, zoals een afgesloten achtertuin, inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer en het eigendomsrecht.
- Het publiceren van die beelden zonder toestemming was daarom onrechtmatig.
- De dronevlieger moest de beelden verwijderen en kreeg een verbod opgelegd om opnieuw zonder toestemming te filmen.
- Daarnaast kreeg de buurman een schadevergoeding toegewezen voor de schending van zijn privacy.
Impact
De zaak benadrukt dat:
- Privacyrechten ook gelden voor ruimtes die niet direct zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
- Nieuwe technologieën zoals drones nieuwe juridische vragen oproepen.
- Het belangrijk is toestemming te vragen voordat je privéruimtes filmt, zelfs vanuit de lucht.

