Gerechtshof Den Haag, 9 juli 2019
Casus:
Een verpleegkundige werkte jarenlang structureel meer uren dan contractueel afgesproken (36 uur per week, maar ze werkte vaak 40 tot 45 uur). De extra uren werden niet uitbetaald, maar haar werkgever verwachtte wel dat ze “gewoon doorging” als het druk was.
Na beëindiging van haar dienstverband eiste ze dat alle niet-uitbetaalde overuren over een periode van enkele jaren alsnog werden betaald: meer dan 1.000 uur in totaal.
De werkgever stelde dat de overuren:
- Nooit zijn geregistreerd;
- Nooit expliciet zijn goedgekeurd;
- En dat de vrouw nooit eerder had geklaagd of betaling had geëist.
Juridische vraag:
Kan een werknemer achteraf betaling van overuren eisen, ook als deze nooit expliciet zijn goedgekeurd en er jarenlang niets is geclaimd?
Uitspraak Gerechtshof:
Het hof oordeelde in het voordeel van de werkgever. Belangrijke overwegingen:
- De verpleegkundige had nooit overuren geregistreerd of schriftelijk aangetoond.
- Er was geen expliciete opdracht of toestemming van de werkgever om structureel extra te werken.
- Ze had de extra uren jarenlang stilzwijgend geaccepteerd, zonder bezwaar of verzoek om betaling.
Er was dus geen juridische grondslag om de werkgever nu alsnog te verplichten tot uitbetaling van de overuren.
Waarom is deze zaak belangrijk?
- Laat zien dat werknemers niet zomaar met terugwerkende kracht overuren kunnen opeisen.
- Bevestigt dat overwerk moet worden geregistreerd én goedgekeurd.
- Geeft werkgevers handvatten om discussies over overuren te voorkomen.
Kernles uit deze zaak:
Wie overuren maakt, moet die registreren, laten goedkeuren én tijdig aankaarten. Doe je dat niet, dan is de kans groot dat je bij een geschil geen recht hebt op nabetaling.

