De huurverhoging weer terugkrijgen?

Rechtbank Rotterdam, 15 april 2020
ECLI: ECLI:NL:RBROT:2020:3530
Onderwerp: Verhuurder verhoogt de huur eenzijdig; huurder protesteert laat.


Casus:

Een verhuurder van een bedrijfsruimte verhoogde eenzijdig de huur. Hij had een brief gestuurd waarin stond dat de huur per direct verhoogd zou worden met € 250 per maand. Er werd geen handtekening gevraagd of overeengekomen wijziging vastgelegd.

De huurder begon de verhoogde huur wél te betalen, maar meldde een jaar later dat hij zich nooit akkoord had verklaard met die verhoging. Hij vroeg de verhoging terug.

De verhuurder stelde: de huurder heeft impliciet ingestemd door te betalen en niet te protesteren.


Juridische vraag:

Is de stilzwijgende betaling van een verhoogde huur voldoende om instemming te veronderstellen?


Uitspraak rechtbank:

De rechter gaf de huurder gelijk. Belangrijke overwegingen:

  • De huurder had geen schriftelijke instemming gegeven;
  • De wijziging werd eenzijdig opgelegd zonder onderhandeling;
  • Het feit dat de huurder de verhoging betaalde, was onvoldoende bewijs van instemming, omdat de huurder niet wist dat hij de verhoging mocht weigeren;
  • Er was sprake van een ongelijke machtsverhouding tussen de partijen.

De rechter concludeerde:

“Stilzwijgende betaling levert in dit geval géén impliciete toestemming op, omdat de omstandigheden geen duidelijke instemming aantonen.”


Wat maakt dit een belangrijk voorbeeld?

  • Het toont aan dat gedrag niet automatisch toestemming betekent;
  • Rechters kijken naar context en machtsverhoudingen;
  • Zelfs betaling van een bedrag kan worden gezien als “onder druk” of “onbewust” als de partij onvoldoende geïnformeerd was.

Les:

Impliciete toestemming is géén automatisme. Als de wijziging niet duidelijk is gecommuniceerd, of als de wederpartij redelijkerwijs kon denken dat hij geen keuze had, dan kan de rechter alsnog oordelen dat er geen geldige instemming is.